Waarom de wereld meer dan ooit nood heeft aan een andere democratie

In een wereld waarin brute machtspolitiek en oorlog terug zijn, komen ook onze democratieën onder druk te staan. Politici staan voor aartsmoeilijke keuzes en burgers voelen zich machteloos te midden van die maatschappelijke omwentelingen. Meer dan ooit is het tijd om een nieuwe democratie te bouwen, die politici kan helpen om moeilijke beslissingen te maken en burgers terug een gevoel van betrokkenheid en controle kan geven.

We leven in een nieuwe, brutalere wereldorde. Dat zorgt ook bij ons voor angst: 42% van de Vlamingen voelt zich een machteloze speelbal te midden van die maatschappelijke veranderingen. Dat bleek uit het opinieonderzoek De Stemming, dat een aantal weken geleden uitkwam. Die onmacht vertaalt zich in iets fundamentelers: steeds meer burgers voelen zich uitgesloten van het politieke systeem. Vooral bij jongeren neemt de steun voor autocratische alternatieven jaar na jaar toe. 

Het is een aartsmoeilijke job om politicus te zijn vandaag de dag. Onze samenleving staat voor immense uitdagingen, en politici moeten harde keuzes maken en voortdurend laveren tussen krappe budgetten en hoge verwachtingen.  In zo’n context heeft onze democratie meer nodig dan verkiezingen om gedragen beslissingen te nemen.

Daarom is het meer dan ooit nodig om de piepende machine die onze democratie is te oliën. Burgerpanels kunnen hier een deel van de oplossing zijn. Die brengen willekeurig gelote mensen van alle achtergronden samen, die luisteren naar experts, overleggen met elkaar en oplossingen formuleren. Geen toogpraat, geen dogma’s, maar geïnformeerd overleg. In een maatschappij waarin steeds meer mensen zich machteloos voelen, geven burgerpanels “gewone mensen” de kans om mee richting te geven aan de maatschappij. En te zien dat andere mensen zoals zij gehoord worden.

Hun aanbevelingen zijn ook een bron van inspiratie voor politici. Burgers kunnen helpen om de angel uit geblokkeerde dossiers te halen, de partijpolitiek te overstijgen en terug naar de basis te gaan: een gesprek aanknopen met de burgers waarvoor ze (vaak heel hard) werken. 

Ons pleidooi is niet om de representatieve democratie te vervangen door gelote burgerpanels, en al helemaal niet om ‘stemmen te beschouwen als stront’, zoals Joel De Ceulaer ontstellend genoeg beweerde in zijn opiniestuk in De Morgen. Representatieve democratie blijft de hoeksteen van ons politieke systeem. Zo krijgen alle burgers toegang tot het politieke proces en worden vertegenwoordigers aangeduid die de machine draaiende houden.

Maar die representatieve democratie moet dringend versterkt worden. Daarom pleiten we voor een structurele aanvulling van het huidige systeem: permanente burgerpanels op elk bestuursniveau, met een duidelijk mandaat en transparante opvolging.

Burgerpanels werken 

Inmiddels weten we dat burgerpanels werken. Kijk naar het Duitstalige deel van België: daar bestaat sinds 2019 de eerste permanente burgerraad ter wereld. Burgers formuleerden er voorstellen voor woonzorgcentra, schreven mee aan het woondecreet en gaven aanbevelingen over integratie. Het model kreeg in 2024 een update met unanieme steun in het parlement en de internationale belangstelling groeit.

Ook buiten onze grenzen bewijst het systeem zijn waarde. In Ierland hielpen burgerpanels om jarenlang geblokkeerde debatten over abortus en het homohuwelijk open te breken. In Frankrijk maakten burgers concrete aanbevelingen rond euthanasie.

Als de wereld polariseert, moet de democratie mensen verbinden. Als de roep om autocratie groeit, dan moeten we onze democratie weerbaar maken. En als velen zich machteloos voelen, dan moeten we zorgen dat elke stem gehoord wordt – ook tussen de verkiezingen in.

Karen Celis (politologe, VUB), Adélaïde Charlier (klimaatactiviste), Ben Eersels (directeur G1000), Alicja Gescinska (filosofe en schrijfster), Marius Gilbert (epidemioloog), Jonathan Moskovic (researcher en democratie-activist).