Geef de Senaat aan gelote burgers, in plaats van hem af te schaffen
Geef de Senaat aan gelote burgers, in plaats van hem af te schaffen. Dat schrijven onze directeur Ben Eersels en zeven anderen in een open brief op De Standaard. Dit voorstel is géén politieke gimmick.
Vanaf 2029 verdwijnt de Belgische Senaat, toch als het van de federale regering afhangt. Die beslissing past in een logica van besparingen en institutionele vereenvoudiging. Maar besparen alleen is geen toekomstvisie. In plaats van een bouwsteen van onze democratie weg te nemen, kunnen we dit moment ook aangrijpen om de democratie te versterken. Daarom stellen we voor om de Senaat om te vormen tot een burgerkamer.
Met de aangekondigde afschaffing van de Senaat zal België toetreden tot de groep van landen met een eenkamerstelsel. Je kunt je terecht de vraag stellen of we die tweede kamer nog nodig hebben. De staatshervormingen hebben het aantal senatoren sterk verminderd en hun bevoegdheden afgebouwd. Maar toch: is één kamer voldoende om het land te besturen?
Onze samenleving staat vandaag voor uitdagingen waarop de democratie nauwelijks vat krijgt. De politieke timing – die gebaseerd is op verkiezingen, snelle communicatie en kortetermijnwinsten – schuurt steeds meer met de langetermijnvraagstukken waar we voor staan: de klimaatcrisis, de sociale ongelijkheid, de vergrijzing, het veiligheidsvraagstuk, de technologische evoluties, noem maar op.
Een eenkamerstelsel lost die spanning niet op. Twee kamers met verkozen politici ook niet. Maar stel dat we een ander tweekamersysteem zouden bouwen. We behouden het verkozen parlement – de Kamer – voor politici. De tweede kamer, de Senaat, geven we aan gelote burgers: een burgerkamer. Via dat nieuwe tweekamerstelsel combineren we twee vormen van democratische legitimiteit: die van verkozen burgers en die van gelote burgers.
We hebben nood aan politici, die verkozen worden om namens ons wetten te maken. Maar we hebben ook nood aan een andere vorm van legitimiteit – die van ‘gewone’ mensen, met wie de bevolking zich kan identificeren. Burgers die via loting worden geselecteerd, vormen een afspiegeling van de samenleving in al haar diversiteit: sociaal, cultureel, economisch. Ze hoeven zich niet te profileren of herverkiesbaar te zijn. Ze hebben geen partijbelangen te verdedigen. Daardoor kunnen ze met meer onafhankelijkheid en openheid tot afgewogen standpunten komen. Hun werk levert inzichten op waar de politiek zelden aan toekomt.
Dit voorstel is geen politieke gimmick. Dat het systeem van gelote burgerpanels werkt, tonen voorbeelden in binnen- en buitenland aan. In eigen land toonden gelote burgerpanels, zoals de G1000, de Brusselse overlegcommissies of de permanente burgerdialoog in de Duitstalige Gemeenschap al hun waarde. Ook elders groeit de belangstelling. In Frankrijk en Ierland vonden al grote burgerpanels plaats, net zoals in steden als Parijs, Aken en Poitiers. Ze bewijzen dat burgers met de juiste ondersteuning en informatie van experts tot diepgaande, constructieve aanbevelingen komen — zonder te vervallen in populisme of polarisatie.
Dit nieuwe tweekamerstelsel biedt het beste van twee werelden: de politieke ervaring en daadkracht van verkozenen, en de frisse blik en openheid van gelote burgers. Niet toevallig wees de Senaat zelf in een recent rapport (2021) op de noodzaak om de representatieve democratie aan te vullen met burgerparticipatie op alle bestuursniveaus.
België is vandaag een laboratorium voor democratische vernieuwing. Onze burgerkamers inspireren steden en landen in heel Europa. In oktober zakken meer dan 300 internationale experts af naar Brussel om die modellen te bestuderen. Weinig mensen beseffen het, maar België wordt beschouwd als een voorloper van democratische innovatie.
Alle hedendaagse uitdagingen vragen om immense technische, sociale en culturele innovaties. Dat geldt ook voor onze democratie. De afschaffing van de Senaat is een unieke kans om onze democratie te moderniseren, ze dichter bij de samenleving te brengen en ze uit te rusten voor de complexe uitdagingen van de 21ste eeuw. Besparen is verstandig, maar het is geen maatschappelijk project.
Karen Celis (politologe, VUB), Adélaïde Charlier (klimaatactiviste), Ben Eersels (directeur G1000), Alicja Gescinska (filosofe en schrijfster), Marius Gilbert (epidemioloog), Jonathan Moskovic (researcher en democratie-activist), David Van Reybrouck (schrijver), Stefaan Walgrave (politoloog, UAntwerpen).